In de jaren vijftig kon er in Brabant en Limburg verschrikkelijk veel geld verdiend worden met de smokkel van boter. Boter kostte in Nederland drie gulden per kilo, maar in België was de prijs twee keer zo hoog. Dat kwam vooral omdat de boterproductie in Nederland zwaar gesubsidieerd werd en België een importheffing op de boter toepaste. Er werden miljoenen kilo’s boter de grens over gesmokkeld en er werd dagelijks strijd gevoerd tussen smokkelaars en de douane.

Minder bekend is het verhaal dat er ook boter werd gesmokkeld in de personeelsbussen van de Volt. Elke dag werd er personeel opgehaald in België. ’s Avonds ging de reis weer terug, maar dan werden de bussen ook nog eens volgeladen met boter. Die boter werd geleverd door Anneke en Rinus Trommelen, broer en zus, die een groentewinkel hadden aan de Bredaseweg.

Vanaf 1963 kwam er een einde aan de botersmokkel, omdat de prijzen in Europa nivelleerden door de komst van de EEG.

BRON: GERARD KIEVITS, ANDERE TIJDEN