Spoelen draaien van koperdraad, voor radio’s en tv’s. Daar was Diny Henskens (1936) heel vlot in. Ze was zo snel dat ze af en toe zelfs tijd over had om tijdens het werk een praatje te maken met de meisjes en jongens van de afdeling waar ze werkte. Diny werkte van 1957 tot in 1960 voor de Volt.
“De sfeer was er heel leuk en mijn chef was ook een hele aardige man”, vertelt ze nog vol enthousiasme, vanuit Elburg.
Een eerste herinnering: “Ik werd in Geertruidenberg met een bus thuis opgehaald. Die haalde ook de meisjes uit Raamsdonksveer en Made op. In de fabriek hadden we altijd Arbeidsvitaminen opstaan. Op zaterdag werkten we tot 13.00 uur en moesten we schoonmaken. Dat probeerden we zo snel mogelijk te doen, want we wilden wel eens naar huis natuurlijk.”
Ze weet nog dat ze hard werkte en dat ze haar weekloon thuis goed konden gebruiken. In die tijd droeg iedereen zijn steentje bij.
Diny hield aan die 2,5 jaar bij de Volt een aantal vriendinnen over met wie ze nog tientallen jaren regelmatig contact had. Ze kwamen zelfs op bezoek in Elburg. Maar een jaar of vijftien geleden kreeg ze een kerstkaart van Zus Mekes uit Made, waarop stond dat ze binnenkort een brief zou schrijven. “Die brief is nooit geschreven. In plaats daarvan kreeg ik een rouwkaart”, vertelt ze. Sindsdien zijn meerdere vriendinnen uit die tijd komen te overlijden.
Huwelijk
Diny is op de Veluwe terecht gekomen na haar huwelijk met Wim Magré in 1960. Zij woonde vanaf haar twaalfde jaar in Geertruidenberg en hij was daar als militair gelegerd op de kazerne. Ze ontmoetten elkaar toen ze allebei een jaar of 20 waren.”
Diny: “We zijn in Elburg getrouwd, want dat kon in Geertruidenberg niet, omdat ik katholiek was en Wim protestant. Mijn schoonouders waren in dat opzicht veel ruimdenkender en ik was er van harte welkom.”
Het echtpaar kreeg twee dochters en een zoon. Helaas kwam zoon Wim al op 17-jarige leeftijd te overlijden door een noodlottig brommerongeval. Echtgenoot Wim overleed tien jaar geleden, op 78-jarige leeftijd. De dochters Ina en Atty wonen respectievelijk in Den Haag en Kampen. Ze rijdt er zelf nog regelmatig met de auto naartoe.
Sterk
Diny: “Ik heb soms best een taai leven gehad, maar ze noemen mij een sterke vrouw. Toen mijn man nog niet zo lang was overleden, zou ik op Tweede Kerstdag alleen komen te zitten en dat leek me geen goed idee. Dus pakte ik de trein naar Amsterdam en ben daar naar een concert in het Concertgebouw gegaan. Met de trein weer terug. Sterk kan overigens ook een nadeel zijn, want ook ik heb wel eens hulp nodig. Verder is het zo dat je door tegenslag ook groeit. Je verandert erdoor.”
Modern
In de gang van haar woning in Elburg hangt nog een lamp uit de winkel van Philips. Het was in die tijd een uiterst moderne lamp.
Diny: “We hadden ook een staande lamp met dat melkglas, maar die is helaas gesneuveld. We hielden van die moderne stijl. Nog steeds. Ik heb nooit eikenhouten meubelen in huis gehad. Altijd licht en strak. Dat vonden we mooi.”
Hoewel het op de Veluwe dus allemaal erg meeviel met de ernst van het geloof en de mensen in haar omgeving goed bevallen, vindt ze de mensen uit Brabant doorgaans nog steeds gezelliger en gemakkelijker. “Ik ga dat plan van het Voltkwartier eens goed bekijken, want misschien zou ik na bijna zeventig jaar op de Veluwe best weer terug willen naar het altijd gezellige Brabant.”