Jan van Dalen

Jan van Dalen (1940) uit Geertruidenberg was een man met technisch inzicht, maar veel verder dan de lagere school kwamen de meeste kinderen na de oorlog niet. Hij had echter het geluk dat hij terechtkon bij de bedrijfsschool van Lubbers in Keizersveer, waar men zijn talent voor technisch tekenen ontdekte. Hij kwam op de tekenkamer terecht. 

In 1958 werd hij aangenomen bij Volt in Oosterhout en begon hij bij PBNA aan een schriftelijke studie in de werktuigbouwkunde, die uiteindelijk twaalf jaar zou duren.

Jan van Dalen: “Ik werkte bij de Volt en kon maximaal twee lessen per week opsturen. Ik kreeg dan weer twee nieuwe lessen terug. Dat ging allemaal per post. Dus niet al te snel.”

Nadat hij deze studie had volbracht, mocht hij zich ingenieur noemen, maar Van Dalen vond het nog niet genoeg. Vanwege zijn aanstelling bij de elektronicareus vatte hij een studie elektrotechniek/elektronica op. Deze studie werd betaald door het Van der Willigenfonds van Philips en Van Dalen kon overal in het bedrijf stages lopen.

Jan: “Dat moest ook, je moest overal ervaring opdoen. Zo kwam ik ook in Tilburg, Turnhout en Eindhoven terecht”.

Met al deze kennis op zak werd Jan van Dalen onder meer belast met de automatisering bij de Philips bedrijven. In Oosterhout werden bijvoorbeeld spoelen gemaakt van koperdraad. Dat gebeurde allemaal met de hand. Aan de automatiseerders van het bedrijf de taak om machines te ontwerpen die dergelijke taken konden overnemen. Die machines werden door Philips zelf ontworpen en geproduceerd in de machinefabriek.

Jan: “Door de automatisering kon de snelheid van steeds meer machines steeds verder opgevoerd, totdat storingen niet meer met het blote oog zichtbaar waren. Philips had echter videocamera’s ontwikkeld die duizend beelden per minuut konden maken. Daardoor konden wij beeld voor beeld de storing opzoeken en deze herstellen.”

Jan van Dalen: “Philips was een goed bedrijf met een goede structuur en weinig verloop, maar er heerste veel discipline en je moest er hard werken. Het personeel werkte zes dagen per week van 7.30 tot 17.15 uur. Pas in 1961 kwam er een vijfdaagse werkweek. Ze kregen het niet voor niks. Het was echt zwoegen. Er liepen tijdwaarnemers rond die productietijden opnamen en er was een tariefsysteem. Als je niet voldeed aan de productie van het aantal eenheden, kreeg je minder salaris. Maar er werd ook heel veel gelachen hoor. Wat hebben we daar een lol gehad!”

Door het werk van automatiseerders als Jan werd een apparaat ontwikkeld, waarmee de spoelen automatische gewikkeld konden worden. De productie steeg vervolgens van 300.000 naar 600.000 spoelen per jaar.

Francine Loonen (1944) uit Oosterhout, de echtgenote van Jan, werkte als ponstypiste bij De Volt. Maar ze hebben elkaar niet op de werkvloer ontmoet. 

Jan: “We kenden elkaar voor die tijd al. Maar natuurlijk zijn er relaties ontstaan op de werkvloer bij De Volt en zijn daar ook huwelijken uit voortgekomen. Ongetwijfeld ook tussen Nederlanders en de Belgische meisjes die elke dag met personeelsbussen werden aangevoerd.”

Die laatsten hielden er hun eigen gebruiken op na, wat betreft werken en wonen.

Jan van Dalen: “De mensen uit België kochten een stuk bouwgrond, die daar zeer goedkoop was. Ze konden dankzij hun inkomen langzaam een nieuw huis bouwen. Ze begonnen met een dubbele garage waar ze in gingen wonen, een keuken en een slaapkamer, en bouwden het huis langzaam op. De wereld van architecten en bouwers was in België heel anders en dat zie je nog steeds aan de Belgische woningen. In Nederland woonden heel veel mensen nog lang bij hun ouders in.” 

Ergens in de jaren zestig moet de regel dat er geen getrouwde vrouwen bij Philips konden werken zijn geschrapt. Jan en Francine zijn in december 1966 getrouwd en zij kon gewoon blijven werken. Francine werd in 1967 overgeplaatst naar de Volt in Tilburg-Noord.

Zelf kreeg Jan op een dag een telefoontje van sociale zaken, dat er goed nieuws was: hij kon met Francine in een woning van Philips aan de Van Oldenbarneveldstraat gaan wonen, wat in tijden van woningnood natuurlijk een enorm cadeau was.

Na hun periode in De Besterd kwamen ze in de wijk Strijen terecht. Daar kregen ze een dochter en daar wonen ze nog steeds. In 1997 kon Jan gebruik maken van een vervroegd uittredingstraject bij Philips. Hij was 57 jaar.

“Ik ben nu 27 jaar met pensioen en heb me nog geen seconde verveeld”, zegt Jan. Dat is ook niet gek als je ziet dat hij voor zijn hobby een complete geluidsstudio in één van de slaapkamers heeft gebouwd. Het indrukwekkende mengpaneel in het centrum van zijn studio heeft hij compleet zelf ontworpen en gebouwd. Zijn studiejaren hebben hem veel opgeleverd.

Jan: “Ik ben ooit begonnen met radioprogramma’s te maken voor de piratenschepen van vroeger, zoals Radio Mi Amigo. In België werkt radio nog steeds heel anders dan bij ons. Daar heb je de Vrije Radio. Radioamateurs mogen daar legaal over een zender en een mast beschikken, zodat hun programma’s in hun eigen woonplaats ontvangen kunnen worden. Elk dorp heeft wel een of meerdere van die zenders. Daar maak ik zo af en toe nog steeds programma’s voor.”

Henk Witte

‘Vertrouwen opgezegd in directeur Lont’...

Stan Schoormans

“Geen dag met chagrijn naar m’n werk”...

De transfer van Bert Baaten

Bert Baaten stond in de jaren ‘60/’70 bekend als de topkeeper van TSC...