Ria de Man (1949) ging na het behalen van haar ulo-diploma als 15-jarige op de
loonadministratie bij De Volt werken.
“Ik zat in het houten gebouw achter de kantine. Daar zaten drie afdelingen waar de
heer Nefkens de baas over was. De heer De Vroe was de baas van de
salarisafdeling. Elke vrijdag ging Jan van Baal naar de bank op de Heuvel op de fiets
met zijn boekentas om voor ongeveer vijfhonderd mensen loon op te halen. Als je
daar nu bij nadenkt: dat zoiets kon in die tijd. Met al dat geld over straat. Het loon
werd door ons elke week in een klein geldzakjes gedaan. Het ergst was dat kleine
loonstrookje dat erbij moest. Die zakjes moesten we afgeven bij de onderbazen in de
fabriek, die het weer verdeelden onder hun mensen.”
“Mijn collega’s waren Hennie van Balkom en Coby Verschuren. In het zelfde kantoor
zat nog een afdeling en daar werkte Rémy Verbunt en Ria Brouwers. Ria stond ook
in de winkel naast de kantine. Al het personeel kon in de winkel met korting
televisies, radio’s en andere elektrische apparatuur kopen.”
“Ik heb maar twee jaar bij De Volt gewerkt, want toen het minder ging moesten we in
Tilburg gaan werken en werden we ’s morgens door een bus opgehaald en tegen de
avond weer naar Oosterhout gebracht. Ik vond de mentaliteit van de Tilburgers
verschrikkelijk en ben na twee jaar werken weggegaan en heb toen een baan op de
loonadministratie van openbare werken op de brandweerkazerne in Oosterhout
gevonden. Daar heb ik vijftien jaar gewerkt, waarna ik 32 jaar bij de politie in
Oosterhout heb gewerkt.”
“Een van mijn mooiste herinneringen aan De Volt was het jubileumfeest. Dat was
voor die tijd een geweldig feest aan de Bredaseweg.”